Gebruiksaanwijzing

Vul het kiemschaaltje met kraanwater. Het water moet het rooster net raken. Strooi de zaadjes dun uit op het rooster en bevochtig ze eventueel voorzichtig met de plantenspuit. Zet het kiemschaaltje op een lichte plek, maar niet in de volle zon.

Controleer dagelijks het waterpeil en vul het zonodig aan tot het rooster. Het is belangrijk dat de zaden niet uitdrogen zolang ze nog geen kiemwortels hebben. Ververs het water als het troebel wordt. Het makkelijkste is om dit te doen wanneer de zaden kleine wortels hebben en al vastliggen op het rooster.

Draai het kiemschaaltje regelmatig, dan groeien de plantjes mooi rechtop. Na 5 dagen tot 3 weken kan de kiemgroente geoogst worden. De teeltduur is afhankelijk van de soort kiemgroente, maar ook van je eigen smaak. Probeer zelf in welk stadium de kiemplantjes het beste smaken.

Was de kiemgroenten onder stromend water voordat je ze gaat gebruiken. Sommige worden rauw gegeten, maar de meest veilige keuze is om kiemgroenten van tevoren te verhitten. Dit kan door ze 5 seconden onder te dompelen in kokend water of ze goed mee te wokken met de maaltijd (bron: voedingscentrum). Reinig na de oogst het kiemschaaltje grondig met afwasmiddel of in de vaatwasser. Zorg dat de kiemschaal volledig schoon is aan het begin van elke teelt.